We weten het eigenlijk wel. De beste ideeen komen vanuit de werkvloer. De opgave in het leiderschap is om medewerkers in staat te stellen hun kennis, competenties en creatviteit in te zetten voor hun functie en voor de organisatiedoelen.
Warren Bennis, de bekende schrijver over leiderschap gaf deze leiderschapsuitdaging met een metafoor zo aan: Sommige mensen tonen hun creativiteit met zingen en dansen en anderen tonen hun creativiteit met het scheppen van een podium waar anderen kunnen zingen en dansen. Bennis kon het niet treffender zeggen: Innovatiegerichte leiders moeten geen volgers creëren maar leiders. En dat kunnen ze doen door de ruimte te bieden om met onze ideeen te ondernemen. De mentale ruimte, de tijdsruimte en soms ook de financiele en zelfs de fysieke ruimte.
Ik zou u in dit verband graag willen wijzen op een inspirerende publicatie: Your Guide to Workplace Innovation (http://www.jeffgaspersz.nl/dl-23740-1-78845/download/your_guide_to_workplace_innovation.pdf), een Europese Commissie uitgave van het European Workplace Innovation Network.
TNO heeft actief aan de wieg gestaan van het European Workplace Innovation Network. Nu is uit dat netwerk voorts een boek met 23 hoofdstukken voortgekomen:
Workplace Innovation, Theory, Research and Practice (http://www.springer.com/us/book/9783319563329)
Het eerste deel (hoofdstukken 2 t/m 4) gaat over beleid in Europa en in verschillende landen en regio’s. Hoe kan een (regionale) overheid de vorming van innovatieve arbeidsorganisaties bevorderen en hoe verhoudt zich dat tot ontwikkelingen zoals industrie 4.0?
Het tweede deel (hoofdstukken 5 t/m 8) gaat over het belang van theorie en empirische evidentie.
Steven Dhondt, Lander Vermeerbergen en Geert van Hootegem beschrijven in hoofdstuk 6 welke evidentie uit organisatorische en economische studies valt te halen. Ook de relatie tussen workplace innovation en kwaliteit van de arbeid, in het bijzonder welzijn bij de arbeid, komt in dit deel aan de orde. Daarin wordt onder meer verwezen naar de verkennende studie over ‘workplace innovation en veiligheid en gezondheid op het werk’ in opdracht van het Europees Agentschap (EU OSHA).
Deel 3 (hoofdstukken 9 t/m 16) bevat empirisch onderzoek uit verschillende landen zoals Noorwegen, Denemarken, Polen en het Verenigd Koninkrijk (over de ‘Uberisering van de economie’) en nieuwe analyses van case studies uit de European Company Survey en van data uit de European Working Conditions Survey, beide van Eurofound.
Deel 4 (hoofdstukken 17 t/m 22) gaat over de praktijk. Pierre van Amelsvoort en Geert van Hootegem leveren daarvoor een substantiële aftrap met hun hoofdstuk 16 over het ‘total workplace innovation concept’ en de relatie met sociotechnisch systeemontwerp.
Andere hoofdstukken geven een stappenplan voor workplace innovation, een aanpak om innovatie door werknemers te bevorderen en aanbevelingen om innovatieve teams te vormen.
Het boek is verkrijgbaar met harde kaft en als e-book. Helaas rekent de uitgever Springer altijd forse prijzen. Een goedkope paperback versie (25 €) kan alleen worden besteld door mensen die werken in instituten/instellingen die een abonnement hebben op een deel van SpringerLink, het online platform van Springer, waaronder ook dit boek valt. )
Voor meer informatie kunt u een mail sturen aan: dr. Peter Oeij (mailto:peter.oeij@tno.nl), een van de redacteuren van het boek en senior-researcher bij TNO.